Geertruyt van Oosten
Kunstenaar: | Arie Teeuwisse |
Straatnaam: | Oude Delft, hoek Heilige Geestkerkhof |
Binnenstad | |
Materiaal: | Hardsteen, Natuursteen |
Jaar van plaatsing: | 1958 |
Omschrijving:
Geertruyt van Oosten (±1320-1358) was begijn in het Bagijnhof aan de Oude Delft. Het leiden van zo’n vroom leven deed ze niet uit puur christelijke overwegingen: ze was even daarvoor verlaten door haar verloofde. Haar leven als begijn is, zo wordt gezegd, zeer bijzonder verlopen. Doordat ze zo opging in geestelijke overpeinzingen zou er tot veertig dagen na Kerstmis melk uit haar borsten zijn gekomen. Ook zou ze op Goede Vrijdag de stigmata hebben ontvangen: ze kreeg wonden die Christus ook had bij zijn kruisiging. Die bloedden zeven maal per dag tot veertig dagen na Pasen. Ook zou ze een visioen hebben gehad over waar de Nieuwe Kerk moest worden gebouwd. Tijdens haar leven werd ze als heilig beschouwd, hoewel dit vanuit Rome nooit erkend is. Het beeld, waarop foutief het geboortejaar 1330 is geschreven, staat bij de Oude Kerk waar ze indertijd is begraven. Arie Teeuwisse maakte ook Stalpaert van der Wiele.
Bronnen:
A.H. Bredero, ‘De Delftse begijn Geertrui van Oosten (ca. 1320 -1358) en haar niet-erkende heiligheid’, in: D. de Beer, J, Marsilje (red.), De Nederlanden in de late middeleeuwen, Houten 1987.
A. Haase, L. ten Duis, Oude en nieuwe beelden in Delft, Delft 1996.
G. de Moor, ‘Geertruida van Oosten, in: Delftse vrouwen van vroeger over Delftse vrouwen van nu, Delft 1996.
WikiDelft (www.wikidelft.nl).
Beschrijvingen door bewoners:
”Een heel ingetogen beeld in hardsteen uitgehouwen. Teruggebracht tot de essentie, namelijk de afbeelding van een vrome vrouw, een begijn, die in haar tijd veel voor de stad Delft heeft betekend. Geertruyt neigt dezelfde kant op als de scheve toren. En het grijze hardsteen komt overeen met de kleur van het leien dak.”
Andrée Braun, Delft
Plattegrond: